De Jaarrekening

Overzicht van verschillen per programma met toelichting

Bij programma 1 Bestuur en Dienstverlening is aan de lastenkant € 34.000 minder uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 18.000 meer ontvangen dan geraamd. Er is op dit programma een voordelig resultaat van € 52.000.

Bestuur (nadeel incidenteel € 2.000)
Op dit taakveld is de afwijking, € 2.000 nadeel, niet groter dan € 25.000 ad., maar we willen u wel melden dat op het onderdeel Communicatie er een nadeel is ontstaan van € 41.000.

Communicatie (nadeel van € 41.000 incidenteel)
Het nadeel komt door de extra bestedingen die zijn gedaan in het kader van corona voor de Gemeentepagina, overige diensten en Neder Betuwe Magazine. Het gaat om extra communicatie (naast inzet van de website en sociale media) als alternatief voor bijeenkomsten die wij door de coronacrisis niet fysiek konden houden. Extra uitgaven zijn vooral besteed aan informatievoorzieningen rondom de coronamaatregelen en de dienstverlening.

Overige kleine verschillen
De resterende afwijkingen van € 39.000 zijn voordelig en incidenteel op dit taakveld en vallen onder overige kleine verschillen en behoeft daarom formeel geen toelichting.

Burgerzaken (voordeel  incidenteel € 54.000)
Dit voordeel is voornamelijk toe te schrijven aan extra compensatie vanuit het Rijk voor de verkiezingen. Hieronder worden deze nader toegelicht.

Verkiezingen
Het kabinet stelt € 30 miljoen beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra kosten bij de verkiezingen als gevolg van de coronamaatregelen. De extra kosten hangen onder meer samen met aanvullende kosten voor de inrichting van stemlokalen en het mogelijk moeten huren van alternatieve locaties, die in de coronacrisis beter geschikt zijn om als stemlokaal in te richten.  Daarnaast werden kosten besteed aan toegankelijkheid van die locaties en aan de aanvullende werkzaamheden die gemeenten moeten doen ter voorbereiding van de verkiezingen. We hebben hiervoor in 2020 bij de septembercirculaire een bedrag van € 37.000 ontvangen. De aanpassingen/werkzaamheden vinden echter grotendeels in 2021 plaats. De kosten die hiermee samenhangen komen ten laste van het budget 2021. Wij stellen voor het bedrag van € 37.000 te bestemmen voor uitgaven in 2021.

Overige kleine verschillen
De resterende afwijkingen van € 17.000 zijn voordelig en incidenteel op dit taakveld en vallen onder overige kleine verschillen en behoeft daarom formeel geen toelichting.

Bij programma 2 Openbare Orde en Veiligheid is aan de lastenkant € 40.000 meer uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 127.000 meer ontvangen dan geraamd. Er is op dit programma een voordelig resultaat van € 87.000.

Crisisbeheersing en Brandweer (€ 5.000 incidenteel voordeel)
Op het budget ‘Opruimen explosieven’ hebben we jaarlijks afwijkingen op zowel de inkomsten als de uitgaven. Het Rijk draagt voor ongeveer 2/3 bij aan de kosten van het onderzoek naar explosieven als we door een bouwproject de grond gaan bewegen. De gemeente moet wel alle kosten voorfinancieren. Vooraf is onbekend om hoeveel projecten het gaat.

Voor 2020 was vooraf geen bedrag begroot. In 2020 hebben we € 35.000 voorgefinancierd. Daarnaast hebben we totaal nog € 46.000 te ontvangen van het Rijk en de initiatiefnemer opgenomen in de jaarstukken.

Omdat we jaarlijks projecten hebben die onder deze explosievenregeling vallen, nemen we voortaan jaarlijks een baat en een last op, gebaseerd op het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar. Dit wordt meegenomen in de Eerste bestuursrapportage 2021.

Overige kleine verschillen op dit taakveld tellen op tot een incidenteel nadeel van € 6.000, deze behoeven geen toelichting.

Openbare Orde en Veiligheid (€ 83.000 incidenteel voordeel)
BOA-toezicht (€ 58.000 incidenteel voordeel).
Er is bij de provincie subsidie aangevraagd voor BOA inzet. Daarnaast geeft de septembercirculaire ook financiële middelen voor extra BOA toezicht. Met de positieve ervaring van extra BOA inzet tijdens de Covid 19 periode in 2020 is besloten aanvullend toezicht door te zetten naar 2021. Er is besloten om dit tot eind september 2021 te voort te zetten. Door de toevoeging van zowel Rijks- als provinciale subsidies wordt verzocht het positieve resultaat van € 58.000 te bestemmen voor uitgaven in 2021. Hieruit kan de aanvullende Covid inzet in 2021 worden bekostigd.

De rest van het taakveld zijn overige kleine verschillen die optellen tot een voordeel van € 25.000 dat geen verdere toelichting behoeft.

Bij programma 3 Fysieke Leefomgeving is aan de lastenkant € 314.000 minder uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 454.000 minder ontvangen dan geraamd. Er is op dit programma een nadelig resultaat van € 140.000.

Verkeer en vervoer (€ 194.000 incidenteel voordeel)
Investeringen wegen (€ 116.000 incidenteel voordeel)
Er is een nieuw elementenbestek aanbesteed. Deze aanbesteding is later gestart dan we gepland hadden, waardoor ook de uitvoering later is gestart. Daarnaast heeft Covid-19 ook hier zijn effect gehad. De aannemers hadden minder mensen beschikbaar en zaken waren lastiger te organiseren.

Verkeersveiligheid (Incidenteel voordeel € 62.000)
Er is sprake van minder kapitaalslasten (rente/afschrijving), omdat een aantal projecten is doorgeschoven vanwege integrale planning en corona.

Gladheidsbestrijding (Incidenteel voordeel € 26.000)
De gladheidsbestrijding is uitgevoerd in overeenstemming met het uitvoeringsplan gladheidsbestrijding . In 2020 zijn er in totaal slechts zeven strooiacties uitgevoerd, waardoor er nu geld over blijft op de begroting. Van januari t/m april 2020 hebben drie volledige strooiacties plaatsgevonden. In de periode oktober t/m december 2020 waren dit er vier. In 2020 waren er geen momenten met langdurige winterse omstandigheden zoals sneeuw en andere neerslag.

Vergunningen / bezwaarschriften (Incidenteel nadeel € 13.000)
Er zijn meer leges ontvangen voor vergunningen (kabels en leidingen) van € 37.000 voordeel.
Daar tegenover staan hoge kosten van inhuur personeel derden van € 50.000 nadeel.

Rondweg Opheusden (incidenteel nadeel ad € 25.000)
De raad heeft in september besloten in te stemmen met het in procedure brengen van het bestemmingsplan en hiervoor de middelen ter beschikking gesteld. Deze kosten hangen samen met de voorbereidende werkzaamheden.

Overige kleine verschillen
De overige kleine verschillen op dit taakveld bedragen € 28.000 incidenteel voordeel).

Openbaar groen en (openlucht)recreatie (€ 236.000 incidenteel voordeel)
Groenstroken (€ 119.000 incidenteel voordeel)
In 2014 is de gemeente Neder-Betuwe gestart met het project gemeentelijk grondgebruik. Met dit project wil de gemeente het gebruik van gemeentegrond reguleren. Bewoners die een stukje gemeentegrond, direct grenzend aan hun woonperceel, gebruiken zonder dat daarover afspraken zijn gemaakt, krijgen eventueel de mogelijkheid om deze grond aan te kopen of te huren. Het financiële uitgangspunt is dat het project minimaal kostendekkend moet zijn. Het project loopt over meerdere jaarschijven. De opbrengsten van de grondverkopen zijn in 2020 hoger geweest dan de kosten van de externe inhuur voor dit project.

AVRI (€ 108.000 incidenteel voordeel)
Avri IBOR heeft over het boekjaar 2020 minder uitgaven gedaan voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte op de onderdelen Berm onderhoud en Heesters. Er is een overschot ontstaan van € 108.000.
Een van de taakvelden die de Avri in beheer heeft, is het onderhoud van watergangen. Hier is in 2020 beperkt inzet gepleegd, vooruitlopend op de opgave die wij in 2021 als gemeente hebben op de B watergangen en de ontvangstplicht van het baggerslib uit de A watergangen.
Om in 2021 te voldoen aan de wettelijke baggerplicht is het wenselijk om het overschot van
€ 108.000 hiervoor in 2021 in te zetten.

Overige kleine verschillen
De overige kleine verschillen op dit taakveld bedragen € 9.000 incidenteel voordeel).

Riolering (€ 241.000 incidenteel nadeel)
Dit bedrag komt voort uit lagere lasten voor riolering in 2020, wat resulteert in een extra btw-nadeel van € 241.000. Onderhoud en vervanging van riolering maakt onderdeel uit van een integrale aanpak van een wijk. Daardoor kunnen planningen niet altijd worden gehaald.
De budgettering voor riolering is een gesloten systeem. Door de komst van het btw-compensatiefonds (BCF) vallen de uitgaven van riolering onder de BCF en kan de btw op uitgaven voor het riool worden gecompenseerd. Bij onze inwoners wordt rioolheffing inclusief btw opgehaald. Conclusie is dat je onder aan de streep altijd een voordeel hebt: de BTW. Door geplande investeringen en uitgaven (ambities) niet of later te doen, kan er minder BTW gecompenseerd worden bij het BCF. Dus staat er onder aan de streep een nadeel (te compenseren BTW).

Afval (€ 73.000 incidenteel nadeel)
Afvalverwijdering en heffing (Avri)  (€ 72.000 nadeel incidenteel )
De GR Avri heeft de gemeente coronakosten (€ 52.000) in rekening gebracht. De Avri kan deze kosten niet rechtstreeks declareren bij hogere overheden. En er is minder afvalstoffenheffing ontvangen dan benodigd voor de taak. Dit resulteert in een nadelig btw-bedrag van € 20.000. De uiteindelijke afrekening zal duidelijk worden bij de jaarstukken van Avri over 2020.

Overige kleine verschillen
De overige kleine verschillen op dit taakveld bedragen € 1.000 incidenteel nadeel).

Milieubeheer (€ 43.000 incidenteel voordeel)
Bijdrage ODR (€ 40.000 voordeel incidenteel)
Er is minder inzet nodig gebleken voor de milieuadvisering in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen en deelname aan de Regiekamer. Tevens is er minder inzet nodig gebleken voor het toezicht op bouwen en de juridische advisering. Over de resultaten en de bijbehorende middelen infomeren we de raad via een afzonderlijk raadsvoorstel over de jaarstukken 2020 van de ODR.

Energiebesparende maatregelen (€ 161.000 voordeel én nadeel)
Van het Rijk is een subsidie ontvangen om huiseigenaren te stimuleren tot kleine energiebesparende maatregelen in huis. In verband met de coronapandemie heeft het Rijk de einddatum voor alle gemeenten verzet van 31 december 2020 naar 31 december 2021.
Veel maatregelen konden in 2020 niet veilig worden uitgevoerd. De subsidie van het Rijk is daarom gereserveerd op de rekening derdengelden. Indien de subsidie niet wordt gebruikt, moet deze worden teruggestort.

Overige kleine verschillen
De overige kleine verschillen op dit taakveld bedragen € 3.000 incidenteel voordeel).

Begraafplaatsen en crematoria (€ 89.000 incidenteel voordeel)
Rouwcentrum Markstraat (€ 36.000 voordeel incidenteel)
Het pand is per 30 december 2020 verkocht en financieel afgewikkeld.
Door het afboeken van de boekwaarde (nadeel lasten € 223.000) en de opbrengst van de verkoop en het vrijvallen van toevoegingen aan de voorziening voor het onderhoud (voordeel baten € 259.000) is dit per saldo een voordeel van € 36.000.

Baten begraafplaatsen (€ 73.000 voordeel incidenteel)
Er waren in 2020 meer begrafenissen op onze gemeentelijke begraafplaatsen. Hierdoor is er een incidenteel voordeel ontstaan.

Overige kleine verschillen
De overige kleine verschillen op dit taakveld bedragen € 20.000 incidenteel nadeel).

Ruimtelijke Ordening (€ 383.000 incidenteel nadeel)
Implementatie Omgevingswet (€ 42.000 nadeel incidenteel)
De voor 2020 benodigde middelen hebben we te laag ingeschat. Extra kosten zijn onder meer ontstaan door de benodigde externe inhuur voor de pilot Omgevingsplan IJzendoorn en het opstellen van een plan van aanpak voor de transitieperiode. In 2020 is daardoor € 42.000 meer uitgegeven. Deze extra kosten worden gedekt door een hogere onttrekking uit de bestemmingsreserve implementatie Omgevingswet. Per saldo is dit budgetneutraal.

M3 Regiekamer overeenkomsten (€ 308.000 nadeel incidenteel)
In 2020 is sprake van een incidenteel nadeel van € 333.000 (inclusief € 82.000 extra toegerekende overhead). In 2020 zijn als gevolg van corona minder ruimtelijke initiatieven ingediend en zijn voorts ook minder anterieure overeenkomsten opgesteld en afgesloten. Daarnaast hebben lopende initiatieven vertraging opgelopen. Hierdoor is sprake van minder inkomsten (€ 232.000) uit kostenverhaal dan geraamd. Tegenover de lagere inkomsten staan ook lagere uitgaven: er is € 232.000 minder aan inhuur uitgegeven. (Voor een verdere toelichting op minder bestede inhuur van € 232.000 verwijzen wij u naar paragraaf Bedrijfsvoering).
Daarnaast is sprake van een eenmalig bedrag van € 101.000 aan niet verhaalbare kosten. Het gaat vooral om voorbereidingskosten van voor 2020 voor het centrumplan Ochten die we nu alsnog als verlies moeten nemen. Hier tegenover staat dat we deze kosten wel hebben meegenomen in de investering voor de herinrichting van het Van Drielplein. De overige niet verhaalbare kosten zijn ontstaan, omdat initiatiefnemers hun initiatief niet hebben doorgezet en er dus geen anterieure overeenkomst is afgesloten.

Overige kleine verschillen
Het incidentele nadeel van € 33.000 is vooral het gevolg van extra kosten voor beleidsvorming algemeen doordat in 2020 meer aan beleid(sregels) is opgesteld dan begroot.

Grondexploitatie niet-bedrijventerreinen, (€ 26.000 incidenteel nadeel)
Dit voordelig resultaat is opgebouwd uit de volgende onderwerpen:

Bouwgrondexploitatie Casterhoven
Binnen het project Casterhoven is in 2020 een voordeel ontstaan van € 30.000. Dit voordeel heeft betrekking op vergoeding voor gemaakte kosten bestemmingsplannen.

Ophogen Verliesvoorziening
Neder-Betuwe kent een aantal grondexploitaties die eindigen met een verlies. Deze verliezen moeten  financieel worden afgedekt. Aan de ene kant wordt uit de verliesvoorziening een onttrekking gedaan van € 75.000 voor het afsluiten van twee grondexploitaties en aan de andere kant neemt het verlies van de lopende grondexploitaties af met € 29.000. Dit betekent dat de verliesvoorziening voor grondexploitaties in totaliteit met € 46.000 moet worden opgehoogd. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar paragraaf 6 Grondbeleid.

Voor de diverse grondexploitatieprojecten is in totaliteit € 793.000 minder besteed dan geraamd.
Hier tegenover staat dat er voor € 793.000 minder aan kosten zijn toegevoegd aan de boekwaarden van de diverse projecten.

Overige kleine verschillen
De overige kleine verschillen op dit taakveld bedragen € 10.000 incidenteel nadeel).

Wonen en Bouwen (€ 4.000 incidenteel nadeel)
Het nadeel is het gevolg van meer lasten (€ 145.000) tegenover meer baten (€ 141.000 en is opgebouwd uit de volgende onderwerpen:

Begeleiding diverse ruimtelijke procedures
Er is sprake van een incidenteel nadeel van € 157.000. Deels is dit het gevolg van het hanteren van niet kostendekkende legestarieven in 2020. Inmiddels zijn de betreffende legestarieven per 2021 verhoogd. Daarnaast zijn in 2020 voor een groot aantal plannen (principeverzoeken, bestemmingsplannen, wijzigingsplannen) al forse (interne en externe) kosten gemaakt, waarvoor we de leges pas in 2021 ontvangen. Tenslotte bestaat een deel van de M2 initiatieven uit zogenaamde legalisatieverzoeken waarvoor we de gemeentelijke uren niet kunnen verhalen. Dit geldt ook voor de kosten die we al maken in het voortraject met de initiatiefnemer, nog voordat sprake is van een concreet plan en eventueel een formele beoordeling ervan.

Leges Omgevingsvergunning- bouwen  (€ 154.000 voordeel)
Het voordeel van de leges bouwvergunningen ten opzichte van de eerder bijgestelde begroting is het gevolg van enkele omvangrijke initiatieven eind 2020 en daarmee gepaard gaande aanvragen en legeskosten.

Overige kleine verschillen
De overige kleine verschillen op dit taakveld bedragen € 1.000 incidenteel nadeel).

Kleine verschillen op de overige taakvelden binnen dit programma incidenteel voordeel € 25.000

Bij programma 4 Economie is aan de lastenkant € 1.939.000 minder uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 1.917.000 minder ontvangen dan geraamd. Er is op dit programma een voordelig resultaat van € 23.000.

Fysieke bedrijfsinfrastructuur (€ 12.000 incidenteel voordeel)
Dit voordelig resultaat is opgebouwd uit de volgende onderwerpen:

Herstructurering bedrijventerrein Panhuis
Binnen het project herstructurering bedrijventerrein Panhuis is een voordeel ontstaan van € 36.000. Dit voordeel gaat over lagere kapitaallasten dan geraamd.

Grondexploitaties (industrieterreinen)
Onder dit taakveld vallen ook alle grondexploitaties (industrieterreinen). Voor deze grondexploitaties zijn voor € 1,879 miljoen minder lasten zijn gebleken dan geraamd. Hier tegenover staat dat voor deze grondexploitaties € 1,879 miljoen minder kosten zijn toegevoegd aan de boekwaarden van de diverse projecten.

De overige kleine verschillen binnen dit taakveld vormen een nadeel van € 24.000.

Kleine verschillen op de overige taakvelden binnen dit programma incidenteel voordeel € 11.000

Bij programma 5 Wmo, Jeugzorg en Participatiewet is aan de lastenkant € 601.000 meer uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 1.332.000 meer ontvangen dan geraamd. Er is op dit programma een voordelig resultaat van € 731.000.

Onderstaand worden de werkelijke cijfers van 2020 vergeleken met de cijfers in de begroting na de verwerking van de decemberbrief.

Op basis van de werkelijke cijfers van 2020 is er sprake van een voordeel van € 731.106 ten opzichte van de begroting. Dit is 3,82% ten opzichte van de begroting.

Op de Wmo is een nadeel van € 41.291. Dit is 0,69% ten opzichte van de begroting.
Op de Jeugdwet is een voordeel van € 215.763. Dit is 2,18% ten opzichte van de begroting.
Op de Participatiewet is een voordeel van € 556.634. Dit is 17,04% ten opzichte van de begroting.

Een overzicht van de geraamde en werkelijke uitgaven over 2020 treft u onderstaand aan.

Budget 3 decentralisaties 2020

V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Wet maatschappelijke ondersteuning

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Wmo zorg

2.339.091

2.269.472

69.619

V

Wmo voorzieningen

2.373.809

2.484.719

110.910

N

Toerekening salariskosten

1.233.169

1.233.169

Saldo Wmo-budgetten

5.946.069

5.987.360

41.291

N

Jeugdwet

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Jeugd

8.068.960

7.908.545

160.415

V

Bestaande jeugdbudgetten

1.295.387

1.240.039

55.348

V

Toerekening salariskosten

536.898

536.898

Saldo Jeugdbudgetten

9.901.245

9.685.482

215.763

V

Participatiewet

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Bijstandsverlening

398.058

12.612

385.446

V

Werkgelegenheid

1.495.805

1.565.751

69.946

N

Participatiebudget

462.327

264.166

198.161

V

Minimaregelingen

587.433

544.460

42.973

V

Toerekening salariskosten

323.565

323.565

Saldo Participatiewet

3.267.189

2.710.554

556.634

V

Totalen

begroting

werkelijk

saldo

N/V

Wet maatschappelijke ondersteuning

5.946.069

5.987.360

41.291

N

Jeugdwet

9.901.245

9.685.482

215.763

V

Participatiewet

3.267.189

2.710.554

556.634

V

Totaal

19.114.502

18.383.397

731.106

V

Onderstaand een toelichting op de grootste afwijkingen ten opzichte van de begrote bedragen en andere bijzonderheden.

In 2020 is een forecast opgesteld, die een inschatting geeft op een aantal budgetten Wmo en Jeugd. In maart 2021 heeft u in een raadsinformatiebrief (RIB-19) een laatste actualisatie van de forecast voor 2020 ontvangen. De eerste forecast van 2021 zal gepaard gaan met een evaluatie.

Wet maatschappelijke ondersteuning
Het nadeel is ontstaan op de volgende voorzieningen:

Bedrag x 1.000; V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Regeling/voorziening

begroting

werkelijk

saldo

V/N

Ondersteuning mantelzorg

348

286

63

V

Zorg in natura PGB

104

182

77

N

Preventiebudget

466

394

73

V

Maatschappelijk werk

74

49

24

V

Hulp in de Huishouding

1.467

1.538

70

N

Diverse diensten

65

28

37

V

Regiotaxi

160

212

52

N

Voorzieningen

497

663

166

N

Inkomsten uit eigen bijdragen

-/-       128

-/-       44

 83

N

Hulp in de Huishouding PGB

86

58

28

V

Beschermd wonen

43

-/-     128

171

V

Overige verschillen

11

V

Totaal

5.946

5.987

41

N

Overall is op Wmo sprake van een voordeel van € 407.000 (waarvan € 28.000 structureel) en een nadeel van € 448.000 (waarvan € 288.000 structureel).

Ondersteuning mantelzorg (€ 63.000 incidenteel voordeel)
Voor mantelzorg is een incidenteel voordeel van € 63.000 ontstaan. In de begroting is
€ 70.000 bestemd voor de ontwikkeling van vrijwilligersbeleid. Dit bedrag is vrijwel niet besteed. Onder thema 5.4 Mantelzorg is gemotiveerd op welke wijze in 2020 invulling is gegeven aan de ontwikkeling van dit beleid.

Zorg in natura PGB (€ 77.000 nadeel)
In de werkelijke uitgaven is een OVA-prijsindexering opgenomen van circa € 5.000.
Ten opzichte van de begroting is een nadeel ontstaan van € 77.000. De hogere uitgaven worden onder meer verklaard door een nabetaling in verband met een rechterlijke uitspraak op één specifiek dossier. Daarom wordt het nadeel vooralsnog beoordeeld als incidenteel.

Preventiebudget (€ 73.000 incidenteel voordeel)
Op het preventiebudget is een incidenteel voordeel van € 73.000 ontstaan. Van het preventiebudget is minder gebruik gemaakt, omdat activiteiten niet door konden gaan als gevolg van de corona pandemie. Daarnaast is de gedragsdeskundige bij de huisarts nog niet actief in 2020.

Maatschappelijk werk (€ 24.000 incidenteel voordeel)
Op maatschappelijk werk is een incidenteel voordeel van € 24.000 ontstaan. Op dit budget is een bedrag gereserveerd voor (extra) inhuur van het sociaal team, waarvan in 2020 geen gebruik is gemaakt.

Hulp in de huishouding (€ 70.000 nadeel)
In de werkelijke uitgaven is een OVA-prijsindexering opgenomen van circa € 39.000.
Ten opzichte van de begroting is een nadeel ontstaan van € 70.000.

Op Hulp in de Huishouding is in de decemberbrief € 15.254 als extra middelen compensatie corona vanuit de septembercirculaire verwerkt. De extra middelen zijn bedoeld ter dekking van inhaalzorg en meerkosten die zorgaanbieders maken om hun werkzaamheden conform de corona-maatregelen te kunnen uitvoeren (zoals aanschaf mondkapjes). De verwachting is dat de extra middelen volledig zullen worden besteed. In de Regio Rivierenland is een werkgroep compensatie aanbieders, die de landelijke richtlijn meerkosten extra maatregelen uitvoert. Op dit moment hebben zorgaanbieders declaraties voor meerkosten ingediend, die conform de richtlijn door de werkgroep worden getoetst. Facturatie en uitbetaling van de meerkosten vindt plaats in 2021.
In de decembercirculaire is € 26.214 als extra middelen compensatie corona ontvangen. Deze middelen zijn niet meer in de begroting van 2020 verwerkt.

Diverse diensten (€ 37.000 incidenteel voordeel)
Dit budget wordt gebruikt voor diverse soorten dienstverlening, zoals een tolkendienst en contracten voor Wmo hulpmiddelen. Ten opzichte van de begroting is een incidenteel voordeel ontstaan van € 37.000.

Regiotaxi (€ 52.000 nadeel)
Ten opzichte van de begroting is een nadeel ontstaan van € 52.000.
In verband met corona-maatregelen is de dienstverlening van de regiotaxi in 2020 anders verlopen. Oorspronkelijk is het budget te laag in de begroting opgenomen. Omdat er in eerste instantie minder gebruik werd gemaakt van de regiotaxi, was de verwachting dat het budget voor dit jaar afdoende zou zijn. Conform de landelijke Regeling Omzetdaling omzetgarantie is € 46.791 aan vervoerders van Versis uitbetaald. Het nadeel wordt structureel geacht.  

Voorzieningen (€ 166.000 nadeel)
Ten opzichte van de begroting is een nadeel ontstaan van € 166.000. Het nadeel heeft grotendeels betrekking op woningaanpassingen (ruim € 100.000).

Inkomsten uit eigen bijdragen (€ 83.000 nadeel)
Ten opzichte van de begroting is een nadeel ontstaan van € 83.000. Dit wordt onder meer verklaard doordat pas laat in het jaar gelden door het CAK konden worden geïncasseerd vanwege een verlate introductie van een berichtensysteem. Daarnaast zijn als corona-maatregel 2 maanden geen eigen bijdragen geïncasseerd (circa € 20.000).  
Op dit budget is in de decemberbrief € 22.235 als extra middelen compensatie corona vanuit de septembercirculaire verwerkt om een deel van de gederfde inkomsten op te vangen.

Hulp in de huishouding PGB (€ 28.000 voordeel)
In de werkelijke uitgaven is een OVA-prijsindexering opgenomen van circa € 1.000.
Ten opzichte van de begroting is een voordeel ontstaan van € 28.000.

Beschermd wonen (€ 171.000 incidenteel voordeel)
Op Beschermd Wonen is een incidenteel voordeel ontstaan van € 171.000. In 2020 zijn geen uitgaven gedaan, omdat gemeente Nijmegen als centrumgemeente alle kosten voor haar rekening heeft genomen. Daarnaast hebben wij € 128.000 van gemeente Nijmegen ontvangen. Onder “Overige ontwikkelingen” is gemotiveerd dat gemeente Nijmegen in verband met een nieuwe financiële herverdeling de gelden heeft verdeeld over alle gemeenten in Gelderland-Zuid en dat deze gelden nodig zijn ter dekking van uitgaven in de komende jaren. Daarom wordt voorgesteld om het bedrag van € 128.000 te bestemmen voor 2021.

Jeugdwet
Het voordeel is ontstaan op de volgende voorzieningen:

Bedrag x 1.000; V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Regeling/voorziening

begroting

werkelijk

saldo

V/N

Zorg in natura

6.666

6.258

408

V

Jeugdbescherming

764

891

127

N

Landelijk transitiearrangement

270

397

127

N

Algemene preventie

98

72

26

V

Bevorderen overige gezondheidszorg

327

309

18

V

Overige verschillen

18

V

Totaal

9.901

9.685

216

V

Overall is op Jeugdwet sprake van een voordeel van € 469.000 (waarvan € 247.000 structureel) en een nadeel van € 254.000 (waarvan € 127.000 structureel).

Zorg in natura (€ 408.000 voordeel)
Ten opzichte van de begroting is sprake van een voordeel van € 408.000.
In de werkelijke uitgaven is een OVA-prijsindexering opgenomen van circa € 158.000.
Onze eerste indruk is dat er een structurele component in dit voordeel aanwezig is. Dit vraagt om een nadere analyse.

Op Zorg in Natura is in de decemberbrief € 50.945 als extra middelen compensatie corona vanuit de septembercirculaire verwerkt. De extra middelen zijn bedoeld ter dekking van inhaalzorg en meerkosten die zorgaanbieders maken om hun werkzaamheden conform de corona-maatregelen te kunnen uitvoeren (zoals aanschaf mondkapjes). De verwachting is dat de extra middelen volledig zullen worden besteed. In de Regio Rivierenland is een werkgroep compensatie aanbieders, die de landelijke richtlijn meerkosten extra maatregelen uitvoert. Op dit moment hebben zorgaanbieders declaraties voor meerkosten ingediend, die conform de richtlijn door de werkgroep worden getoetst. Facturatie en uitbetaling van de meerkosten vindt plaats in 2021. Uw raad wordt voorgesteld om de extra middelen te bestemmen voor 2021, zodat uitgaven en compensatie in hetzelfde jaar vallen.

Jeugdbescherming (€ 127.000 nadeel)
Uit dit budget wordt jeugdzorg in het kader van jeugdbescherming en jeugdreclassering betaald die door Bureau Jeugdzorg, het sociaal team en andere instellingen wordt geleverd.
Ten opzichte van de begroting is sprake van een nadeel van € 127.000, waarvan € 115.000 op Bureau Jeugdzorg.

Landelijk transitiearrangement (€ 127.000 nadeel)
Ten opzichte van de begroting is sprake van een nadeel van € 127.000.
Het landelijk transitiearrangement betreft specialistische zorg voor specifieke doelgroepen, zoals persoonlijkheidsstoornissen en complexe multiproblematiek. Deze zorg wordt niet (in regioverband) door de gemeente ingekocht, maar op landelijk niveau door de VNG. Hierop hebben wij als gemeente geen invloed. Deze uitgaven laten zich lastig voorspellen, vanwege het ontstaan van relatief hoge uitgaven voor slechts enkele jeugdigen.

Algemene preventie (€ 25.000 voordeel)
Op Algemene preventie is een voordeel van € 26.000 ontstaan. Dit budget is in de begroting te hoog geraamd. Dit zal worden gecorrigeerd bij de eerstvolgende herijking van de budgetten sociaal domein.

Bevorderen overige gezondheidszorg (€ 18.000 voordeel)
Op Bevorderen overige gezondheidszorg is een voordeel van € 18.000 ontstaan, doordat er geen uitgaven zijn gedaan voor voorlichting over vaccinatie. Ook bleek de GGD minder tijd nodig te hebben voor gesprekken en vonden er dit jaar geen bijeenkomsten plaats. Dit budget is in de begroting te hoog geraamd en in de kadernota 2021 naar beneden bijgesteld.

Jeugd- en Jongerenwerk
Op Jeugd- en jongerenwerk is in de decemberbrief € 13.153 als extra middelen compensatie corona vanuit de septembercirculaire verwerkt. Aan deze middelen is in 2020 geen bestemming meer gegeven.     

Participatiewet
Het voordeel is ontstaan op de volgende voorzieningen:

Bedrag x 1.000; V = voordeel en N = nadeel t.o.v. de begroting

Regeling/voorziening

2019

begroting

werkelijk

saldo

V/N

Inkomensvoorzieningen

246

347

14

333

V

TOZO

0

-/-       40

40

V

WSW

1.284

1.496

1.566

70

N

Re-integratie

374

462

264

198

V

Bijzondere Bijstand

495

495

470

25

V

Budgetbegeleiding / schuldhulpverlening

81

86

68

17

V

Overige verschillen

14

V

Totaal

3.267

2.711

557

V

Overall is op Participatiewet sprake van een voordeel van € 627.000 (waarvan € 257.000 structureel) en een nadeel van € 70.000 (waarvan € 70.000 structureel).

Inkomensvoorzieningen (€ 333.000 voordeel)
Op Inkomensvoorzieningen is een voordeel van € 333.000. Het rijk heeft in 2020 de rijksmiddelen opgehoogd (€ 232.000 structureel voordeel; definitieve beschikking 2020), maar in 2020 zijn nog geen financiële effecten van corona zichtbaar. Op de inkomensvoorzieningen is een incidenteel voordeel van € 115.000, onder meer omdat er geen gebruik gemaakt is gemaakt van IOAZ. De verwachting is dat het financiële effect van corona zichtbaar wordt in 2022-2023. Of het rijk de middelen in die jaren ook zal ophogen, is niet zeker.

TOZO (€ 40.000 incidenteel voordeel)
Op TOZO is sprake van een incidentele baat van € 1.151.000 en een incidentele last van
€ 1.111.000, wat resulteert in een totaal incidenteel voordeel van € 40.000.
De gemeente Buren voert de TOZO voor ons uit. De uitvoering van de TOZO wordt 100% vergoed door het rijk. Het rijk betaalt per besluit een vast bedrag aan uitvoeringskosten. Het incidentele voordeel van € 40.000 wordt verklaard, doordat een deel van de werkzaamheden door onze eigen consulenten is uitgevoerd. De vergoeding voor deze werkzaamheden is daarom niet aan Buren uitbetaald.

WSW (€ 70.000 structureel nadeel)
Op WSW is een nadeel van € 70.000 dat wordt veroorzaakt door een stijging van de salariskosten van de WSW-medewerkers.

Re-integratie (€ 198.000 incidenteel voordeel)
Op Re-integratie is een incidenteel voordeel van € 198.000. In verband met corona zijn er minder trajecten gestart. Omdat de Wet Inburgering is uitgesteld, zijn ook de taaltrajecten en pilots ten behoeve van deze nieuwe wet uitgesteld. Om uitvoering te kunnen geven aan de nieuwe wet, wordt uw raad voorgesteld om de rijksmiddelen van € 75.336, die wij hiervoor hebben ontvangen, te bestemmen voor 2021.   

In de decembercirculaire is € 14.599 als extra middelen compensatie corona ontvangen. Deze middelen zijn niet meer in de begroting van 2020 verwerkt.

Bijzondere bijstand (€ 25.000 structureel voordeel)
Op Bijzondere bijstand is een voordeel van € 25.000, als resultaat van enkele voor- en nadelen. Binnen dit budget is een voordeel van € 32.000 op bijzondere bijstandverlening, wat duidt op een effect van het beleid dat in 2018 is ingezet. Hiertegenover staat een aantal nadelen op individuele inkomenstoeslag en een incidentele uitgave voor de verstrekking van mondkapjes.

In de decembercirculaire is € 3.266 als extra middelen compensatie corona ontvangen. Deze middelen zijn niet meer in de begroting van 2020 verwerkt.

Budgetbegeleiding en schuldhulpverlening (€ 17.000 incidenteel voordeel)
Op Budgetbegeleiding en schuldhulpverlening is het aantal aanvragen binnen de begroting gebleven, wat resulteert in een beperkt incidenteel voordeel van € 17.000. In de komende jaren wordt een structurele toename van de uitgaven verwacht, als effect van corona en de aangekondigde nieuwe Wet Vroegsignalering.

In de decembercirculaire is € 9.625 als extra middelen compensatie corona ontvangen. Deze middelen zijn niet meer in de begroting van 2020 verwerkt.

Bestemming 2020 naar 2021
U wordt verzocht om gelden van 2020 te bestemmen voor 2021. Dit betreffen o.a. gelden welke in 2020 zijn ontvangen ter compensatie van coronakosten, maar waarvoor nog geen uitgaven of volledige uitgaven zijn gedaan. Deze gelden (€ 79.352 en € 53.704) worden bestemd voor 2021 in een nog te vormen budget voor coronagerelateerde kosten.

Resumé geven wij u onderstaand een overzicht van alle voorgestelde bestemmingen in programma 5:

Budget

september circulaire

december
circulaire

regulier overschot 2020 naar 2021

Hulp in de huishouding

15.254

26.214

Beschermd Wonen

128.000

Jeugd Zorg in Natura

50.945

Jeugd- en Jongerenwerk

13.153

Re-integratie

14.599

75.336

Bijzondere Bijstand

3.266

Schuldhulpverlening

9.625

79.352

53.704

203.336

Bij programma 6 Onderwijs, Sport en Welzijn is aan de lastenkant € 754.000 minder uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 121.000 minder ontvangen dan geraamd. Er is op dit programma een voordelig resultaat van € 634.000.

Openbaar basisonderwijs (€ 27.000 structureel nadeel)
Op dit taakveld is de bijdrage van de gemeente voor het gebruik van de binnensportaccommodatie door de scholen niet geïndexeerd. Omdat de gemeente zelf de bijdrage betaalt èn ontvangt, betreft het een budgettair neutrale afwijking. De opbrengsten uit bewegingsonderwijs worden geboekt op het taakveld Sportaccommodaties. Bij de eerste bestuursrapportage 2021 zullen de structurele lasten en baten voor bewegingsonderwijs vanaf 2021 worden herzien.

Onderwijshuisvesting (€ 78.000 incidenteel voordeel)
Op dit taakveld is een incidenteel voordeel van € 17.000 op rente- en kapitaallasten. Een groot deel van dit voordeel zijn de rentelasten die indicatief zijn geraamd voor de uitvoering van het IHP (Kadernota 2019).  In 2020 is er nog geen uitvoering geweest. Het IHP uitvoeringsprogramma is begin 2021 vastgesteld. Daarmee is voortgang bij realisatie vanaf 2021 mogelijk.

Een ander incidenteel voordeel van € 22.000 op onderhoud/schoonmaak gebouwen en terreinen is ontstaan doordat investeringen en onderhoudswerkzaamheden aan het voormalig gebouw Pantarijn zullen plaatsvinden in 2021 en 2022. Vanaf schooljaar 2021-2022 biedt het gebouw onderdak aan drie scholen.

Daarnaast is sprake van een incidenteel voordeel van € 26.000 op gemeentelijke belastingen en waterschapslasten. Deze lasten lagen ruim 18,5% lager dan begroot. Het voordeel wordt vooral verklaard door de investeringen die nog niet zijn gerealiseerd. Daarnaast is sprake van kleine structurele verschillen (door fluctuatie in WOZ-waarde). In de eerste bestuursrapportage 2021 zal de raming worden gecorrigeerd.

Onderwijsbeleid en leerlingzaken (€ 326.000 incidenteel voordeel)
Wegens corona zijn er minder inspecties uitgevoerd bij kinderopvangorganisaties en gastouders. Dit resulteert in een incidenteel voordeel van € 27.000.

Tevens is er sprake van een incidenteel voordeel op het budget voor Peuteropvang en VVE van  
€ 144.000. Gedeeltelijk wordt dit budget bekostigd vanuit rijksmiddelen voor onderwijsachterstandenbeleid. De resterende middelen vanuit die doeluitkering worden op de balans gereserveerd in derdengelden en hebben daarom een budgettair neutrale doorwerking op dit taakveld. Daarnaast zijn er gedurende het jaar extra middelen van het Rijk ontvangen voor compensatie ouderbijdragen in coronatijd en voor voorschoolse voorzieningen. Maar er is minder gebruik gemaakt van peuteropvang (€ 74.000)  en de compensatiekosten (€ 70.000) vielen lager uit.

Het landelijk beleid en daarmee de specifieke uitkering onderwijsachterstanden kent een periode van vier jaar. De looptijd van het huidige tijdvak van vier kalenderjaren eindigt per 31 december 2022. Niet bestede bedragen mogen jaarlijks ongelimiteerd gereserveerd worden binnen het genoemde tijdvak. De per 31 december 2022 opgebouwde reservering uit de tijdens de looptijd ontvangen uitkeringen, wordt door het rijk teruggevorderd met uitzondering van een bedrag ter hoogte van de helft van de uitkering ontvangen in het vierde jaar. Bedoeld bedrag kan binnen de wettelijke doelstellingen worden besteed in het volgende tijdvak van vier kalenderjaren. Inmiddels is de vaststelling beschikking over 2019 ontvangen en hieruit is gebleken dat het totaal gereserveerde bedrag in de derden gelden VVE hoger is dan de terugbetalingsverplichting. Om die reden is er een bedrag van € 137.000 vrij gevallen tgv de exploitatie.

Het resterende incidentele voordeel van € 17.000 wordt veroorzaakt door overige kleine verschillen binnen dit taakveld.

Sportbeleid en activering (circa € 97.000 incidenteel voordeel)
Op dit taakveld is een incidenteel voordeel van € 90.000 ontstaan op ‘Bevordering sportdeelname’. In de decemberbrief is al toegelicht dat het in verband met corona niet is gelukt om de structurele beschikbare middelen voor de uitvoering van de Sport- en Beweegvisie, de structurele projectsubsidie maatschappelijk rendement, het incidenteel budget voor de projectsubsidie Sportstimulering en het activiteitenbudget optimaal te benutten. Sport- en beweegactiviteiten hebben gedeeltelijk stilgelegen en het organiseren van bestaande én extra activiteiten in de wijk of bij/door de sportclubs is sterk verminderd.  

Tevens is sprake van een incidenteel voordeel van afgerond € 26.000 op ‘Combinatiefuncties’. Het voordeel komt onder andere voort uit het wegvallen van fysiek scholings- en cursusaanbod voor buurtsportcoaches en het niet benutten van binnensportvoorzieningen (huur) voor activiteiten en evenementen door de buurtsportcoaches.

Het incidentele nadeel van € 19.000 wordt verklaard door overige kleine verschillen.

Sportaccommodaties (€ 37.000 incidenteel voordeel, waarvan € 27.000 structureel voordeel)
Op dit taakveld geldt een incidenteel voordeel van € 30.000 op kapitaallasten. Het voordeel is ontstaan doordat diverse geplande werkzaamheden niet zijn doorgegaan (onder meer herinrichting sportpark De Leede).

Tegenover het structurele nadeel op taakveld ‘Openbaar onderwijs’ staat op dit taakveld het structurele voordeel van € 27.000 op onderwijsbijdragen.

Daarnaast is er sprake van een incidenteel voordeel van € 16.000 op de subsidieregeling Specifieke uitkering stimulering sport (SPUK). Op deze subsidieregeling is een incidenteel voordeel van € 31.000 op de definitieve afrekening SPUK 2019 (definitief een compensatie ontvangen van 100% ten opzichte van een voorlopige compensatie van 79,97%) en een nadeel van € 15.000 op basis van de voorlopige beschikking 2020 (voorlopig een compensatie van 79,97% in plaats van de aanvraag van 100%).

Op dit taakveld is sprake van een incidenteel nadeel van circa € 27.000 op het verbruik van gas/elektriciteit. Het nadeel wordt verklaard door een toename van de prijzen voor gas/elektra ten opzichte van 2019, die in de begroting 2020 niet is geïndexeerd. Daarnaast is er voor gymnastieklokaal Echteld sprake van meerverbruik van elektra door de installatie van een warmtepomp. Er wordt onderzocht op welke wijze verbeteringen kunnen worden aangebracht om dit meerverbruik te verminderen. Daarnaast is op diverse sportaccommodaties sprake van te hoge voorschotnota’s die maandelijks in rekening zijn gebracht. Dit gaat om circa € 13.000. Met de eindafrekening van gas/elektriciteit wordt dit gecorrigeerd. Mogelijk kan een deel van dit minderverbruik worden verklaard door minder gebruik van de accommodaties in verband met coronamaatregelen.

Daarnaast is sprake van een incidenteel nadeel van afgerond € 35.000 op ‘Verhuur binnensport-voorzieningen’. Dit nadeel gaat hoofdzakelijk over de structurele verhuur en is het gevolg van verminderd gebruik van de binnensportvoorzieningen vanwege coronamaatregelen.

Hier tegenover staat een incidenteel voordeel van afgerond € 7.000 op ‘Verhuur buitensportvoorzieningen’. Daarom is bij verhuur van sportvoorzieningen sprake van een incidenteel nadeel van afgerond € 28.000. Van deze misgelopen huurinkomsten hebben wij via de Beleidsregel Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties COVID-19 (TVS) een compensatie ontvangen van afgerond € 20.000. Deze compensatie is alleen van toepassing op het tweede kwartaal 2020. Voor de misgelopen huurinkomsten in het vierde kwartaal zal nog compensatie worden aangevraagd via TVS 2, aan te vragen in het tweede kwartaal 2021.

Het resterende incidentele voordeel van € 19.000 wordt veroorzaakt door overige kleine verschillen.

Culturele presentatie, productie en participatie (€ 131.000 incidenteel voordeel)
Het incidentele voordeel op dit taakveld bestaat hoofdzakelijk uit afgerond € 123.000 aan extra middelen compensatie corona die wij in de septembercirculaire van het rijk hebben ontvangen en die in de decemberbrief zijn verwerkt. De extra middelen zijn bedoeld voor het in stand houden van de lokale culturele infrastructuur. Dat middelen hiervoor nodig zijn, blijkt uit aanvragen voor ondersteuning die wij ontvangen. Er is vaak sprake van geen/misgelopen inkomsten tijdens de coronasluiting. Voorgesteld wordt om deze middelen van € 123.451 te bestemmen voor 2021 in een nog te vormen budget voor coronagerelateerde kosten. Het college zal een regeling opstellen, die als grondslag nodig is om deze middelen te besteden (zoals voorwaarden en subsidieplafond).
Vanuit het Rijk hebben wij € 15.693 als extra middelen compensatie corona ontvangen voor buurt- en dorpshuizen. Deze middelen zijn via een subsidieaanvraag volledig aan onze vijf dorpshuizen uitgekeerd.  

Er is een incidenteel voordeel van € 24.000 op overige subsidies sociaal domein, dat hoofdzakelijk wordt verklaard door een subsidieregeling voor bevordering muziekonderwijs, waarop geen aanvragen worden gedaan en die met ingang van 2021 is komen te vervallen.  

Door verminderd gebruik in verband met coronamaatregelen is op ‘Verhuur gemeentelijke gebouwen’ een incidenteel nadeel ontstaan van afgerond € 23.000.

Het resterende incidentele voordeel van € 7.000 wordt veroorzaakt door overige kleine verschillen.

Overige taakvelden kleine verschillen € 8.000 nadeel

Bij Algemene dekkingsmiddelen, Overhead, VPB en Onvoorzien is aan de lastenkant € 286.000 minder uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 80.000 meer ontvangen dan geraamd. Er is een voordelig resultaat van € 366.000.

Overhead (€ 523.000 incidenteel voordeel)
Het taakveld Overhead heeft een voordelig saldo van afgerond € 523.000. Het verschil wordt veroorzaakt door verschillende onderwerpen. Hieronder een toelichting per onderwerp.

Personeelslasten
Hieronder wordt een deel van het voordelig saldo (afgerond € 280.000) toegelicht wat betrekking heeft op de personeelslasten.

Binnen de totale personeelslasten is een voordeel ontstaan van € 1.662.000. Dit heeft betrekking op niet ingevulde vacatures binnen de organisatie. Deze middelen, de vrijval van vacaturegelden, worden ingezet voor de inhuur van derden.

Overige personeelslasten
Bij dit onderdeel is een voordeel ontstaan van € 154.000. Dit voordeel is voornamelijk ontstaan op de toerekening van overhead omdat er in 2020 op basis van de werkelijk bestede uren meer overheadskosten konden worden toegerekend aan de grondexploitaties (€ 60.000) en aan de uitvoering van initiatieven van derden (€ 82.000).

Inhuur derden
In totaal is er binnen het taakveld Overhead een nadeel van € 1.521.000 wat betrekking heeft op inhuur van derden. Dit komt door diverse soorten van inhuur: op basis van detacheringen vanuit een andere gemeente, via detacheringbureaus, op basis van Payroll, via uitzendbureaus, enz.

Voor de initiatieven van derden (overeenkomsten) is voor een bedrag van € 232.000 niet aan overeenkomsten opgesteld en ontvangen (zie taakveld 8.1 Ruimtelijke ordening). Hiervoor is dus geen inhuur nodig geweest. Tegenover de minder ontvangsten van initiatieven van derden (overeenkomsten) staan minder uitgaven voor inhuur van derden. Zodoende dient u het voordeel van € 141.000 (zie paragraaf Bedrijfsvoering) in relatie te zien met het nadeel van € 232.000 (zie programma 3).

Ontvangsten van derden
Er is een voordeel ontstaan van € 36.787 binnen het budget ontvangsten van derden. Dit heeft voornamelijk betrekking op ontvangen uitkeringen vanuit het UWV en ontvangen detacheringinkomsten van eigen personeel.

Bijdrage Regio Rivierenland
In 2018 is het project gestart professionalisering Inkoop. Dit project liep ook in 2020 door. Er is geïnvesteerd in opleidingen, advisering en procesoptimalisatie. De extra kosten die hiermee gepaard gaan zijn € 44.000 incidenteel.

Kleine overige verschillen
De resterende afwijking van € 8.000 incidenteel op personeelslasten valt onder overige kleine verschillen en behoeft zodoende formeel geen toelichting.

ICT-exploitatie
De ICT-gerelateerde exploitaties resulteren in 2020 in een eenmalig voordeel van € 213.000. Dit voordeel kent verschillende oorzaken.

Vertraagde uitvoering wegens corona (voordeel van € 64.000 incidenteel)
In 2020 hebben we diverse projecten opgestart rondom het toekomstbestendig maken van onze ICT-organisatie, het stroomlijnen en optimaliseren van de informatievoorziening, het beveiligen van onze data, de digitalisering en borging van onze werkprocessen en de inrichting op de nieuwe manier van werken. De geplande uitvoering van een aantal projecten is door ontwikkelingen rondom corona vertraagd, waaronder Geovisie, Tim Enterprise en Cyclomedia. Zodoende is sprake van een incidenteel voordeel van € 64.000 voor het jaar 2020. De begroting van 2021 voorziet niet in dekking voor de uitloop van deze activiteiten. Wij stellen daarom voor om in aanvulling op de doorgeschoven middelen via de decemberbrief 2020 een bedrag van € 64.000 door te schuiven naar 2021 middels een bestemming op het jaarrekeningresultaat 2020.

Niet-gerealiseerde kosten van rente en afschrijving (€ 38.000)
Door vertraging en uitstel van de geplande ICT-investeringen is in 2020 een eenmalig voordeel op de begrote kapitaallasten ontstaan van € 38.000.

Bijstelling verplichtingenadministratie (€ 111.000)
Een grondige analyse op de openstaande verplichtingen op ICT-gebied heeft ten slotte geresulteerd in een positieve bijstelling van de verplichtingenadministratie. Dit leidt in 2020 tot een eenmalig voordeel van € 111.000. Dit voordeel is met name ontstaan doordat onze grootste ICT-leverancier in 2020 op een andere wijze is gaan factureren. Daarnaast hebben we de kosten van verschillende activiteiten aan de juiste begrotingsjaren toegerekend en is een aantal verplichtingen vervallen.

Overige kleine verschillen
De resterende afwijking van € 30.000 incidenteel voordeel op dit taakveld bestaat uit meerdere kleine verschillen en behoeft zodoende formeel geen van toelichting. Dit betreft diverse kleine overige verschillen (gemeentehuis , facilitair, etc).

Treasury (€ 122.000 incidenteel nadeel)
Als gevolg van vertraging in de uitvoering van de investeringen zijn de kapitaallasten ( rente en afschrijving) lager dan begroot. En omdat de investeringen “achterlopen” op de begroting betekent dat automatisch dat er intern minder rente over de boekwaarde van deze investeringen wordt toegerekend. Dit leidt er toe dat er voor € 186.000 minder rente toegerekend kan worden aan de investeringen.

Doordat de geplande investeringen later in de tijd zijn en worden gedaan heeft dit ook consequenties voor het aantrekken van geldmiddelen. In eerste instantie wordt er zoveel mogelijk met kort geld gewerkt omdat dit voordeliger is. Er zijn in het afgelopen jaar geen kasgeldleningen aangetrokken voor de korte financiering en is de ruimte die de kasgeldlimiet hiervoor biedt ingezet. Hierdoor ontstaat er een voordeel van € 64.000 op de rente voor kortlopende leningen. Per saldo een nadeel op dit taakveld van  € 122.000.   

OZB woningen (€ 28.000 incidenteel voordeel)
Op dit taakveld is een incidenteel voordeel ontstaan van € 28.000 voor het jaar 2020. Enerzijds als gevolg van minder opbrengsten door bezwaren van € 9.000. Anderzijds wordt het verschil veroorzaakt door werkzaamheden die niet uitgevoerd zijn rondom herwaardering die per 1 januari 2022 uitgevoerd dienen te zijn. De werkzaamheden vinden in 2021 plaats. Dit gaat om een bedrag van € 37.000.

Algemene uitkering (€ 58.000 incidenteel voordeel)
Op dit taakveld is een incidenteel voordeel ontstaan van € 58.000 voor het jaar 2020. Enerzijds als gevolg van het positieve effect vanuit de decembercirculaire 2020 zoals gemeld is in de betreffende  raadsinformatiebrief. Hieruit blijkt een positief incidenteel effect van € 90.000 voor 2020. Anderzijds is met betrekking tot de voorgaande jaren een incidenteel nadeel te melden van € 32.000. Dit is het gevolg van (definitieve) afrekeningen van de algemene uitkering voorgaande jaren op basis van definitieve maatstaven en hoeveelheden die jaren later pas definitief worden vastgesteld.

Vennootschapsbelastingen (€ 30.000 incidenteel nadeel)
Er is een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting opgelegd voor jaar 2020 van € 30.000. In de begroting 2020 was hier geen raming voor opgenomen.  Op grond van definitieve cijfers van 2020 moet er een definitieve berekening gemaakt worden om te beoordelen of er fiscale winst is gerealiseerd op ondernemingsactiviteiten. De uitkomst hiervan wordt duidelijk in de exploitatie van jaar 2021. Op dit taakveld melden wij u een nadeel van € 30.000.

Belasting overig (€ 99.000 incidenteel nadeel)
Het incidentele nadeel dat hier is ontstaan betreft met name de extra storting die noodzakelijk is om de voorziening dubieuze debiteuren op pijl te brengen en dan met name de debiteuren vanuit de Participatiewet (€ 92.000).

Overige taakvelden kleine verschillen (€ 8.000 incidenteel voordeel)

Deze pagina is gebouwd op 06/28/2021 09:39:57 met de export van 06/28/2021 09:29:37