Programma 6 Onderwijs, sport en welzijn

Wat heeft het gekost?

Wat heeft het gekost?

Programma:

P6 Onderwijs, Sport en Welzijn

Begroting 2020

Rekening

Verschil

Bedragen x € 1.000,-

Voor wijziging

Na wijziging

2020

Begr. na wijz. / Rekening

Lasten

5.367

5.868

5.113

-754

Baten

-1.382

-1.529

-1.409

121

Exploitatieresultaat

3.985

4.338

3.704

-634

+= nadeel - = voordeel

Analyse van het verschil tussen begroting na wijziging en rekening
(verschillen groter dan € 25.000 en afgerond op € 1.000)

Bij programma 6 Onderwijs, Sport en Welzijn is aan de lastenkant € 754.000 minder uitgegeven dan geraamd en aan de batenkant is € 121.000 minder ontvangen dan geraamd. Er is op dit programma een voordelig resultaat van € 634.000.

Openbaar basisonderwijs (€ 27.000 structureel nadeel)

Op dit taakveld is de bijdrage van de gemeente voor het gebruik van de binnensportaccommodatie door de scholen niet geïndexeerd. Omdat de gemeente zelf de bijdrage betaalt èn ontvangt, betreft het een budgettair neutrale afwijking. De opbrengsten uit bewegingsonderwijs worden geboekt op het taakveld Sportaccommodaties. Bij de eerste bestuursrapportage 2021 zullen de structurele lasten en baten voor bewegingsonderwijs vanaf 2021 worden herzien.

Onderwijshuisvesting (€ 78.000 incidenteel voordeel)

Op dit taakveld is een incidenteel voordeel van € 17.000 op rente- en kapitaallasten. Een groot deel van dit voordeel zijn de rentelasten die indicatief zijn geraamd voor de uitvoering van het IHP (Kadernota 2019).  In 2020 is er nog geen uitvoering geweest. Het IHP uitvoeringsprogramma is begin 2021 vastgesteld. Daarmee is voortgang bij realisatie vanaf 2021 mogelijk.

Een ander incidenteel voordeel van € 22.000 op onderhoud/schoonmaak gebouwen en terreinen is ontstaan doordat investeringen en onderhoudswerkzaamheden aan het voormalig gebouw Pantarijn zullen plaatsvinden in 2021 en 2022. Vanaf schooljaar 2021-2022 biedt het gebouw onderdak aan drie scholen.

Daarnaast is sprake van een incidenteel voordeel van € 26.000 op gemeentelijke belastingen en waterschapslasten. Deze lasten lagen ruim 18,5% lager dan begroot. Het voordeel wordt vooral verklaard door de investeringen die nog niet zijn gerealiseerd. Daarnaast is sprake van kleine structurele verschillen (door fluctuatie in WOZ-waarde). In de eerste bestuursrapportage 2021 zal de raming worden gecorrigeerd.

Onderwijsbeleid en leerlingzaken (€ 326.000 incidenteel voordeel)

Wegens corona zijn er minder inspecties uitgevoerd bij kinderopvangorganisaties en gastouders. Dit resulteert in een incidenteel voordeel van € 27.000.

Tevens is er sprake van een incidenteel voordeel op het budget voor Peuteropvang en VVE van
€ 144.000. Gedeeltelijk wordt dit budget bekostigd vanuit rijksmiddelen voor onderwijsachterstandenbeleid. De resterende middelen vanuit die doeluitkering worden op de balans gereserveerd in derdengelden en hebben daarom een budgettair neutrale doorwerking op dit taakveld. Daarnaast zijn er gedurende het jaar extra middelen van het Rijk ontvangen voor compensatie ouderbijdragen in coronatijd en voor voorschoolse voorzieningen. Maar er is minder gebruik gemaakt van peuteropvang (€ 74.000)  en de compensatiekosten (€ 70.000) vielen lager uit.

Het landelijk beleid en daarmee de specifieke uitkering onderwijsachterstanden kent een periode van vier jaar. De looptijd van het huidige tijdvak van vier kalenderjaren eindigt per 31 december 2022. Niet bestede bedragen mogen jaarlijks ongelimiteerd gereserveerd worden binnen het genoemde tijdvak. De per 31 december 2022 opgebouwde reservering uit de tijdens de looptijd ontvangen uitkeringen, wordt door het rijk teruggevorderd met uitzondering van een bedrag ter hoogte van de helft van de uitkering ontvangen in het vierde jaar. Bedoeld bedrag kan binnen de wettelijke doelstellingen worden besteed in het volgende tijdvak van vier kalenderjaren. Inmiddels is de vaststelling beschikking over 2019 ontvangen en hieruit is gebleken dat het totaal gereserveerde bedrag in de derden gelden VVE hoger is dan de terugbetalingsverplichting. Om die reden is er een bedrag van € 137.000 vrij gevallen tgv de exploitatie.

Het resterende incidentele voordeel van € 17.000 wordt veroorzaakt door overige kleine verschillen binnen dit taakveld.

Sportbeleid en activering (circa € 97.000 incidenteel voordeel)

Op dit taakveld is een incidenteel voordeel van € 90.000 ontstaan op ‘Bevordering sportdeelname’. In de decemberbrief is al toegelicht dat het in verband met corona niet is gelukt om de structurele beschikbare middelen voor de uitvoering van de Sport- en Beweegvisie, de structurele projectsubsidie maatschappelijk rendement, het incidenteel budget voor de projectsubsidie Sportstimulering en het activiteitenbudget optimaal te benutten. Sport- en beweegactiviteiten hebben gedeeltelijk stilgelegen en het organiseren van bestaande én extra activiteiten in de wijk of bij/door de sportclubs is sterk verminderd.  

Tevens is sprake van een incidenteel voordeel van afgerond € 26.000 op ‘Combinatiefuncties’. Het voordeel komt onder andere voort uit het wegvallen van fysiek scholings- en cursusaanbod voor buurtsportcoaches en het niet benutten van binnensportvoorzieningen (huur) voor activiteiten en evenementen door de buurtsportcoaches.

Het incidentele nadeel van € 19.000 wordt verklaard door overige kleine verschillen.

Sportaccommodaties (€ 37.000 incidenteel voordeel, waarvan € 27.000 structureel voordeel)

Op dit taakveld geldt een incidenteel voordeel van € 30.000 op kapitaallasten. Het voordeel is ontstaan doordat diverse geplande werkzaamheden niet zijn doorgegaan (onder meer herinrichting sportpark De Leede).

Tegenover het structurele nadeel op taakveld ‘Openbaar onderwijs’ staat op dit taakveld het structurele voordeel van € 27.000 op onderwijsbijdragen.

Daarnaast is er sprake van een incidenteel voordeel van € 16.000 op de subsidieregeling Specifieke uitkering stimulering sport (SPUK). Op deze subsidieregeling is een incidenteel voordeel van € 31.000 op de definitieve afrekening SPUK 2019 (definitief een compensatie ontvangen van 100% ten opzichte van een voorlopige compensatie van 79,97%) en een nadeel van € 15.000 op basis van de voorlopige beschikking 2020 (voorlopig een compensatie van 79,97% in plaats van de aanvraag van 100%).

Op dit taakveld is sprake van een incidenteel nadeel van circa € 27.000 op het verbruik van gas/elektriciteit. Het nadeel wordt verklaard door een toename van de prijzen voor gas/elektra ten opzichte van 2019, die in de begroting 2020 niet is geïndexeerd. Daarnaast is er voor gymnastieklokaal Echteld sprake van meerverbruik van elektra door de installatie van een warmtepomp. Er wordt onderzocht op welke wijze verbeteringen kunnen worden aangebracht om dit meerverbruik te verminderen. Daarnaast is op diverse sportaccommodaties sprake van te hoge voorschotnota’s die maandelijks in rekening zijn gebracht. Dit gaat om circa € 13.000. Met de eindafrekening van gas/elektriciteit wordt dit gecorrigeerd. Mogelijk kan een deel van dit minderverbruik worden verklaard door minder gebruik van de accommodaties in verband met coronamaatregelen.

Daarnaast is sprake van een incidenteel nadeel van afgerond € 35.000 op ‘Verhuur binnensport-voorzieningen’. Dit nadeel gaat hoofdzakelijk over de structurele verhuur en is het gevolg van verminderd gebruik van de binnensportvoorzieningen vanwege coronamaatregelen.

Hier tegenover staat een incidenteel voordeel van afgerond € 7.000 op ‘Verhuur buitensportvoorzieningen’. Daarom is bij verhuur van sportvoorzieningen sprake van een incidenteel nadeel van afgerond € 28.000. Van deze misgelopen huurinkomsten hebben wij via de Beleidsregel Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties COVID-19 (TVS) een compensatie ontvangen van afgerond € 20.000. Deze compensatie is alleen van toepassing op het tweede kwartaal 2020. Voor de misgelopen huurinkomsten in het vierde kwartaal zal nog compensatie worden aangevraagd via TVS 2, aan te vragen in het tweede kwartaal 2021.

Het resterende incidentele voordeel van € 19.000 wordt veroorzaakt door overige kleine verschillen.

Culturele presentatie, productie en participatie (€ 131.000 incidenteel voordeel)

Het incidentele voordeel op dit taakveld bestaat hoofdzakelijk uit afgerond € 123.000 aan extra middelen compensatie corona die wij in de septembercirculaire van het rijk hebben ontvangen en die in de decemberbrief zijn verwerkt. De extra middelen zijn bedoeld voor het in stand houden van de lokale culturele infrastructuur. Dat middelen hiervoor nodig zijn, blijkt uit aanvragen voor ondersteuning die wij ontvangen. Er is vaak sprake van geen/misgelopen inkomsten tijdens de coronasluiting. Voorgesteld wordt om deze middelen van € 123.451 te bestemmen voor 2021 in een nog te vormen budget voor coronagerelateerde kosten. Het college zal een regeling opstellen, die als grondslag nodig is om deze middelen te besteden (zoals voorwaarden en subsidieplafond).
Vanuit het Rijk hebben wij € 15.693 als extra middelen compensatie corona ontvangen voor buurt- en dorpshuizen. Deze middelen zijn via een subsidieaanvraag volledig aan onze vijf dorpshuizen uitgekeerd.  

Er is een incidenteel voordeel van € 24.000 op overige subsidies sociaal domein, dat hoofdzakelijk wordt verklaard door een subsidieregeling voor bevordering muziekonderwijs, waarop geen aanvragen worden gedaan en die met ingang van 2021 is komen te vervallen.  

Door verminderd gebruik in verband met coronamaatregelen is op ‘Verhuur gemeentelijke gebouwen’ een incidenteel nadeel ontstaan van afgerond € 23.000.

Het resterende incidentele voordeel van € 7.000 wordt veroorzaakt door overige kleine verschillen.

Overige taakvelden kleine verschillen € 8.000 nadeel

Deze pagina is gebouwd op 06/28/2021 09:39:57 met de export van 06/28/2021 09:29:37