Algemeen
Kapitaalgoederen zijn de spullen, die de gemeente nodig heeft om de diensten en goederen te produceren, die zij aan haar inwoners levert. Het zijn grote zaken, die vaak veel waarde hebben en meer jaren meegaan.
Artikel 12 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft aan dat in deze paragraaf over het onderhoud van kapitaalgoederen de plannen worden aangegeven met de daaruit volgende financiële gevolgen in de begroting of jaarrekening. Het gaat om deze groepen kapitaalgoederen: wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Het onderhoud van kapitaalgoederen vraagt een aanzienlijk budget, zodat deze paragraaf belangrijk is voor de beoordeling van de financiële positie. Uiteraard is ook het gewenste onderhoudsniveau van groot belang. In de financiële verordening is het afschrijvingsbeleid opgenomen. De huidige financiële verordening is gericht op eenheid in de waardering, administratieve verantwoording en afschrijving van de geactiveerde uitgaven. Daarom is deze een belangrijk beleidskader voor deze paragraaf.
De belangrijkste afspraken die zijn gemaakt in de financiële verordening zijn:
- het grensbedrag voor investeringen op € 25.000 vaststellen,
- geen bestemmingsreserve meer hanteren voor nieuwe investeringen en de kapitaallasten ten laste laten komen van de exploitatie,
- een investeringskrediet dat na twee jaar niet (volledig) is benut afvoeren. Een investeringskrediet kan alleen langer ‘open’ blijven als voldoende is onderbouwd dat dat nodig is,
- vervangingsinvesteringen en investeringen als gevolg van nieuw beleid moeten met de investeringsstaat bij de kadernota kenbaar worden gemaakt. Na akkoord van de raad worden de lasten opgenomen in de begroting.
Naar een integraal plan voor het beheer van de openbare ruimte (IBOR)
Het project IBOR heeft als doel de Integrale Visie op de Openbare Ruimte (IVOR) uit te werken in een plan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR). In de Kadernota 2020-2023 is deze ambitie opgenomen. De ambitie om dit in 2020/2021 te realiseren, wordt versterkt door het feit dat het Groenbeleidsplan én het Wegenbeheerplan vóór 2022 moeten worden geactualiseerd. Met een IBOR-plan wordt de integrale visie van de openbare ruimte gewaarborgd in één beleid. En er wordt een gestructureerd beeld geschetst van de financiële middelen die nodig zijn om de visie en het beheer van de openbare ruimte te realiseren. Het is door deze ontwikkeling niet meer nodig om het beleid van elk beheerplan apart te actualiseren.
In 2020 is een start gemaakt met de inhoudelijke opstelling. Er is eind 2020 een participatietraject / enquête gehouden. Het doel is om het IBOR beleid medio 2021 te laten vaststellen door de raad. In de kadernota 2022 wordt IBOR als (vervangend) beleid van de bestaande beheerplannen opgenomen. Eind 2021 wordt het IBOR uitvoeringsprogramma vastgesteld.