Overige risico’s
6. Personeel en Organisatie (bedrijfsvoering)
Het betreft specifieke risico’s zoals wachtgeld en pensioenen van politieke ambtsdragers, ontslag (bijv. van werk naar werktrajecten) en WW en ZW uitkeringen van medewerkers. Daarnaast zijn er risico’s rond informatieveiligheid, privacy en hardware. Gebeurtenissen kunnen leiden tot financiële, juridische en imagoschade. Om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken zijn diverse beheersmaatregelen getroffen op het terrein van informatiebeveiliging. Denk aan penetratietesten, stimuleren van de bewustwording van medewerkers door voorlichting en training, back-up, uitwijkfaciliteiten en verzekeringen. Voor al deze risico’s hebben wij een inschatting gemaakt van € 1.150.000 (10% van de totale personeelskosten uit de begroting 2020).
In 2020 hebben zichs op het gebied van Personeel en Organisatie geen noemenswaardige risico’s voorgedaan die financiële impact hebben op onze financiële huishouding.
7. Ontwikkeling gemeentefonds
De uitkeringen uit het Gemeentefonds zijn aan schommelingen onderhevig. Dit doordat de definitieve uitkering aan de gemeenten beïnvloed wordt door de rijksuitgaven ten opzichte van de begroting. Om deze schommelingen op te vangen, is een risicobedrag van € 320.000 opgenomen (1% van de algemene uitkering). In 2020 heeft dit opgenomen risico zich niet voorgedaan. Naast de voornamelijk extra ontvangen compensaties voor Covid-19 zijn zich verder geen noemenswaardige schommelingen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds voorgekomen.
De herijking van de algemene uitkering valt ook onder dit risico. De invoering van de herijking van de algemene uitkering zou per 1 januari 2022 plaatsvinden. De minister schrijft in haar brief van 7 december 2020 dat invoering opschuift naar 1 januari 2023. Uit berichten over de herijking blijkt dat de gemeente Neder-Betuwe tot de voordeel gemeenten behoord. Om die reden willen wij de risico-inschatting niet ophogen. De totale algemene uitkering is toegenomen van 32 miljoen naar 35 miljoen. Bij de kadernota 2022-2025 wordt deze risico-inschatting verhoogd met € 30.000 naar € 350.000.
8. Crisisbeheersing en rampenbestrijding
In de gemeente kunnen zich allerlei crises en rampen voordoen. Denk bijvoorbeeld aan alle vormen van natuurgeweld en explosie/brand met gevaarlijke stoffen. Een extra risico voor onze gemeente vormen belangrijke transportaders zoals de Betuweroute, Rijn, Waal en een drukke snelweg als de A15. Als voorbeelden van crises worden de hoge waterstanden in 1995 en de wateroverlast in de kern van Opheusden in 2014 genoemd. Als zich een crisis voordoet, kan de gemeente te maken krijgen met (hoge) beheerskosten. Daarom is een risicoschatting gemaakt, die uitkomt op € 100.000, uitgaande van een financieel risico van € 500.000 per ramp of crisis met een kans van 20% (1 x in de 5 jaar). Beheersmaatregelen zijn o.a.:
- actueel houden van de regionale en lokale rampen– en incidentbestrijdingsplannen;
- oefenen van rampenscenario’s met de medewerkers, die een rol hebben in de lokale crisisorganisatie;
- in- en uitvoeren van het Regionaal Crisisplan.
In 2020 zijn op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding geen risico’s voorgekomen die impact hebben op onze financiële huishouding.
9. Renteontwikkeling
De rente bevindt zich op een historisch laag niveau. Deze kan alleen nog stijgen. Daarom is het risico geschat op € 100.000. Een beheersmaatregel is o.a. het opstellen van een overzicht van toekomstige inkomsten en uitgaven.
In 2020 zijn de rentestanden wederom historisch laag geweest. Er hebben zich geen noemenswaardige stijgingen voorgedaan. Zolang de Europese Centrale Bank (ECB) doorgaat met haar opkoopprogramma van staatsobligaties om zo de economie te stimuleren, zal de rente niet snel stijgen. Begin maart 2020 heeft de ECB haar opkoopprogramma voor obligaties zelfs verruimd om zo de impact van de financiële crisis door het nieuwe coronavirus te verzachten. Het enorme stimuleringspakket bestaat uit een opkoopprogramma, waarbij de ECB in totaal 1.850 miljard euro uittrekt tot ten minste eind maart 2022 en in ieder geval tot de coronacrisis voorbij is.
In deze jaarstukken 2020 is er wel sprake van een fors rentenadeel. Dit rentenadeel is niet ontstaan door renteontwikkelingen, maar door niet volgens planning lopende of uitgestelde investeringskredieten.